Opening Hanzejaar 8 & 9 april 2023
Tekst Sjors Noordsij – Sjors en Ruud Theatermakers
Welkom op de markt. Welkom bij de opening van het Hanzejaar 2023.
Mijn naam is Sjors en vanavond vertel ik u het verhaal van de Hanzetijd.
Een verhaal over handelaren en piraten. Een verhaal van een vredesovereenkomst en een alles vernietigende stadsbrand. Een verhaal van internationale samenwerking en de kracht-in-aantallen. Het waargebeurde verhaal van Hanzestad Harderwijk.
Hanzestad…
Het is een titel, diepgeworteld in onze geschiedenis en identiteit. De beeltenis van het Hanzepaardje siert onze vlaggen en winkels en dient als een herinnering aan deze tijd. En hoewel eind 16e eeuw de hoogtijdagen van de Hanze voorbij waren, blijven we met trots deze titel dragen. Maar wat is een Hanzestad eigenlijk? En waarom zijn we hier zo trots op?
Samenwerken en de kracht-in-aantallen, daar ging het om bij de Hanze. We beginnen in de twaalfde eeuw. Een aantal Duitse kooplieden rondom de Noord- en Oostzee besluiten de handen ineen te slaan en een samenwerkingsverband aan te gaan.
Dit verbond werd zo groot dat het uitgroeide uit tot een waar stedenverbond. Een stedenverbond dat op zijn hoogtepunt meer dan 200 aangesloten steden kende. Er werd handel gedreven van London tot Novgorod.
En Harderwijk zou Harderwijk niet zijn als we niet doorhadden dat dit stedenverbond handig voor ons zou kunnen zijn. Dus, rond het jaar 1280 was die beslissing snel gemaakt. Als vooruitstrevende stad die wij zijn, sloten we ons als één van de eerste Nederlandse steden aan bij de Hanze.
Maar de Hanzetijd was niet zonder gevaren. Daar kwam de Harderwijker Tidemans ook achter. In 1387 kaapten Noorse zeerovers zijn schip. Gelukkig overleefde Tidemans dit avontuur.
Zo’n 13 jaar later, in 1400, besloten de Hanzesteden dat het afgelopen moest zijn met die vervelende piraten. Een kleine vloot van negen koggeschepen trok ten strijde in de Noord- en Oostzee. Harderwijk voer samen met Kampen, Deventer, Zutphen en Elburg uit. Een Kogge uit Hamburg was heel goed bezig, zij wisten zo’n 200 piraten gevangen te nemen. Zoals ik al zei, kracht-in-aantallen. De Hanze leerde ons dat we samen sterk stonden en dat samenwerken essentieel is voor vooruitgang.
Zoals we allemaal weten houdt Harderwijk en de Harderwijker wel van wat gezelligheid. Tot driemaal toe organiseerde onze stad de Hanzedagen. Op deze dagen kwamen er afgezanten en handelaren vanuit alle Hanzesteden hierheen om te praten over de toekomst van de Hanze, hun stad te promoten en handelsovereenkomsten te sluiten. Denk je maar in dat deze markt toen vol stond met handelaren uit bijvoorbeeld Duitsland, Denemarken, Finland en Letland.
Het waren hele goede tijden voor onze stad. We zetten onze poorten open voor mensen van buitenaf. Hiernaast, op de Bruggestraat, kwam een einde aan een vierjarig gewapend conflict tussen Noord-Duitse Hanzesteden en de Hanzesteden van Holland, Zeeland en Friesland. Maandenlang werd overlegd om het conflict vreedzaam te beëindigen. Gastvrij als wij zijn, stelden wij onze stad beschikbaar voor deze weg naar vrede. Op 8 mei 1446 tekenden de steden de vredesovereenkomst, met de pakkende titel: ‘De vrede van Harderwijk’.
En toen was daar die verschrikkelijke dag, zaterdag 31 juli 1503. Een brand die zijn weerga niet kent, verspreidt zich door de stad. Bijna de helft van de Harderwijkse bevolking vindt die dag de dood. Zo’n 1500 mensen waarvan 300 leerlingen van de Gelderse school. Het is dan ook een van de grootste rampen die Harderwijk ooit heeft gekend.
U kunt zich voorstellen dat de schippers die Harderwijk aandeden ontzettend moeten zijn geschrokken. Het verhaal van de brand werd doorverteld. Vanuit andere Hanzesteden kwam hulp. Hanzestad Kampen had oorspronkelijk geld ingezameld voor een kruistocht. Maar die kon wel even wachten en het geld werd geschonken voor de wederopbouw van Harderwijk. Mensen uit Arnhem wilden ook niet stilzwijgend toekijken en schoten te hulp. Samen met hun burgemeester kwamen ze de grootste puinhopen opruimen. En om er financieel bovenop te komen, mocht Harderwijk van hertog Karel van Gelre eigen stadsmunten slaan.
Het verlies en verdriet na de brand was ongekend groot. Maar onze bondgenoten schoten te hulp, we waren niet alleen.
Maar begin 16e eeuw was het Hanzeverbond toch echt op zijn retour met name door de toenemende concurrentie van de Zuiderzeesteden. De laatste Hanzedag was in 1669. Daarbij waren nog maar negen steden aanwezig en Harderwijk zat daar niet bij.
Laten we een klein tijdssprongetje maken. Het is 1999 en amateurarcheoloog John ten Pierick vindt op het terrein van Zwembad de Sypel een klein beeldje van een paard. Bij wat nader onderzoek blijkt het om een gewichtje te gaan die honderden jaren eerder werd gebruikt om de prijs voor goud en zilver te bepalen. Er staat een H in gegraveerd. Niet van Harderwijk, maar van Haakon de vijfde. Haakon was van 1299 tot 1319 koning van Noorwegen. Waarschijnlijk was het paardje meegenomen door handelaren uit Noorwegen en hier in onze eigen stad terecht gekomen.
Het paardje, of Hanzepaardje is vandaag de dag het symbool voor onze Hanzestad. Het doet ons herinneren aan een tijd van welvaart waarin we internationaal samenwerkten en we verbinding zochten met mensen van buitenaf. Maar ook aan een tijd waar steden ons zonder te twijfelen te hulp schoten toen we het moeilijk hadden. Iets wat nog steeds door echoot in onze straten, huizen en mensen. We hielpen elkaar, we zorgden voor elkaar en we maakten elkaar sterker.
Dat is wat het betekend om een Hanzestad te zijn en daar mogen we trots op zijn.
Dat jij hier in vrijheid in Harderwijk op de markt kan staan, komt ook door onze geschiedenis. Door de welvaart, de handel, oorlogen en inmiddels alweer lange tijd van vrede in Nederland kunnen we leven zoals we doen. In andere delen van de wereld is dit anders. De geschiedenis, maar ook de huidige situatie is in andere landen anders.
Dat je geboorteland niet altijd veilig is, blijkt wel uit het verhaal van onze eerste pianist vanavond: Olivier Mukeh. Zijn verhaal gaat over de kracht van familie, hoop vinden in je geloof en blijdschap in het maken van muziek.
Olivier Mukeh is in 2004 geboren in de Democratische Republiek Congo. Hij woont daar tot zijn 11e jaar met zijn twee broers en twee zussen. Olivier behoorde tot de stam: Banyamulenge, wat betekent “de mensen van Mulenge.”
Helaas zijn de Banyamulenge slachtoffer van hevig geweld en Olivier is 11 jaar oud als hij samen met zijn 2 broers en jongste zus naar Uganda vlucht, weg van het geweld. Ze hebben weinig contact met anderen. Ze hebben elkaar en gaan naar school, maar het leven is zwaar. “In Uganda hadden we een zeer moeilijke tijd”, vertelt Olivier: “misschien wel één van de moeilijkste tijden van mijn leven.” Ze missen de rest van hun familie en zijn onzeker over het lot van hun oudste zus.
Olivier is een optimist en hij vindt zijn lichtpuntjes. Onder andere in zijn geloof, iets wat hem hoop en vertrouwen geeft in de toekomst. “Alles gebeurt met een reden”, vertelt hij me.
Dan hoort Olivier op een dag iemand piano spelen. Hij is onmiddellijk gegrepen door de klanken van het instrument. De manier waarop de speler zijn vingers over de toetsen laat glijden. Olivier kan op dat moment nog maar één ding denken: “Dat wil ik ook kunnen.”
In zijn kerk vindt hij een keyboard en iedere zaterdag gaat hij oefenen. Les krijgt hij niet, maar puur uit eigen wilskracht en doorzettingsvermogen leert hij de piano ontdekken.
Dan is er nieuws uit Nederland. Ze hebben contact gekregen met hun oudste zus. Ze wil haar broers en zusje zo snel mogelijk zien. Voor Olivier het weet, zit hij in een vliegtuig naar Nederland, om na 5 jaar eindelijk weer zijn grote zus te zien.
In Nederland belandt Olivier in een AZC waar, tot zijn grote geluk, ook een piano staat. Hij heeft zijn liefde voor de piano niet achtergelaten in Uganda en gaat oefenen. Spelen doet hij elke ochtend, voordat hij naar school gaat. Om 06:00 staat hij op, om dan anderhalf uur te oefenen op de piano.
Het geloof is ook nog steeds een lichtpunt en daar is hij ook actiever mee aan de slag gegaan. Hij vindt vrienden en gelijkgestemden bij een Christelijke jongerenorganisatie in Harderwijk. Hij kan daar praten met anderen en is verbaasd als iemand hem vraagt naar zijn verhaal. Nog niet eerder heeft iemand oprecht interesse getoond in hem. Vanaf dat moment wil hij zijn verhaal delen met anderen zodat we van elkaar kunnen leren. Zoals hij zelf zegt “mijn verhaal kan jou misschien helpen, zoals jouw verhaal misschien mij weer kan helpen”
Nu woont Olivier samen met zijn broers en zussen in een huis in Amersfoort. Volgens Olivier vinden veel Nederlanders het maar vreemd, dat ze met zo velen in een klein huis wonen. Maar voor hen is het niet meer dan normaal, want ze zijn samen.
Het is voor Olivier nog steeds niet veilig in de Democratische Republiek Congo en voorlopig zal dat helaas niet gebeuren. Hij wil vooral vooruitkijken en zich richten op zijn toekomst met muziek, waar dat dan ook is.
Als Olivier speelt, gaat hij er helemaal in op. Hij laat zijn muziek niet graag in een hokje duwen.
“Misschien hoor je jazz, misschien hoor je klassiek. Wat ik wil bereiken met mijn muziek is liefde, vrede en hoop overbrengen op anderen, want uiteindelijk is dat het allerbelangrijkste.”
Olivier vertelt met zijn verhaal hoe belangrijk het is waar je geboren bent, wat de geschiedenis is van de plek waar je opgroeit. Maar ook van de kracht van familie en voor Olivier de hoop die hij vindt in het geloof. Een verhaal over zijn vreugde die hij haalt uit muziek en de liefde, vrede en hoop die hij nu hier op de markt samen met jullie wil delen.
De Hanze is een bijzonder verhaal uit onze geschiedenis.
Een verhaal dat we met trots vertellen. Over samenwerken en over elkaar helpen. Over hoe mensen honderden kilometers reizen en in andere landen en steden, zoals Harderwijk terechtkomen. Deze geschiedenis heeft Harderwijk gevormd tot wat het nu is. Deze verhalen uit de geschiedenis gebeuren ook nu nog. Laat me u het verhaal vertellen van onze tweede pianist van vanavond, de Oekraïnse Daria Mishchuk. Een verhaal over hoe mensen elkaar helpen en iemand via een lange reis hier in Harderwijk terecht is gekomen. Een verhaal dat begint in een prachtige historische stad zoals deze. Charkiv.
Charkiv is een indrukwekkende stad in het noorden van Oekraïne. In 1654 is de stad gesticht door de kozakken en met 1,4 miljoen inwoners is het de op één na grootste stad van Oekraïne. Hier bevindt zich de National University of Arts. Eén van de studenten van deze universiteit is de dame die jullie nu horen spelen, de 23-jarige Daria Mishchuk.
Het is 23 februari 2022, Daria zit in haar campus en bereidt zich, met medestudenten, voor op een optreden die ze over een aantal weken gaan geven. Daria is opgegroeid in Severodonetsk. Ze zit nu in het tweede jaar van haar muziekstudie en is gespecialiseerd in de trekharmonica, een instrument dat niet weg te denken is uit de Oekraïense volksmuziek. Het is een normale dag waarin ze repeteren, praten en lachen. Toch voelt Daria zich niet op haar gemak. Zoals ze later zelf zegt: “Er hing een spanning in de lucht, ik was wat nerveus, al had ik geen idee waarom.”
De volgende dag, rond 05:00 in de ochtend, wordt ze wakker gemaakt door een vreselijk lawaai. Harde knallen zijn door heel Charkiv te horen. Al weken staan 50 kilometer van Charkiv, bij de Russische grens, tanks dreigend te wachten. “Waarschijnlijk is het bangmakerij”, vertelt ze zichzelf. Maar als ze Messenger opent ziet ze dat haar campusgenoten nieuwsberichten delen waarin staat dat Rusland Oekraïne binnen is gevallen.
Ondanks deze verontrustende berichten voelt Daria geen angst. Helaas is het geluid van raketten haar niet onbekend. Sinds de annexatie van de Krim in 2014 raakt ze gewend aan het geluid van ontploffingen. Een geluid waar, wat mij betreft, niemand aan gewend mag raken.
Minister-president Volodymyr Zelenskyy spreekt het volk van Oekraïne toe. In een zeer korte speech deelt hij de beangstigende boodschap dat Oekraïne in oorlog is met Rusland. Daria overlegt met haar kamergenoten en ze besluiten het gebouw te verlaten en naar buiten te gaan.
Daria en haar medestudenten gaan naar buiten en daar is het chaos, het plein voor hun gebouw is overvol met mensen. Veel mensen zijn in paniek. Opvallend zijn de vele mensen die anderen kalmeren of te hulp schieten. Met het idee dat ze onder de grond veiliger zijn, haast iedereen zich richting de metrostations.
Maar zijn ze hier echt veiliger? Het voelt niet goed en de studentes besluiten een dag later terug te gaan naar de campus. Naar een grote kelder. Ze verlaten de metrotunnels en terwijl ze terug naar hun campus lopen, zien ze Oekraïense tanks in de straten rijden.
Daria probeert optimistisch te blijven en in de kelder van de campus praten de studentes over hoop, ambitie en de toekomst.
Op 28 februari, zo’n 5 dagen na de invasie, besluit de kamergenoot van Daria dat ze Charkiv wil verlaten en dat ze de volgende dag naar Dnipro gaat. Een reis van 3 uur met de auto.
Daria besluit mee te gaan, een moeilijke beslissing want de weg naar Dnipro kan vol gevaren zitten. Ze gooit wat essentiële dingen in een tas. En gaat er stiekem vanuit dat de oorlog met een paar weken wel voorbij zal zijn. Daarom pakt ze alleen wat oude kleren en laat grote spullen, zoals haar laptop en muziekinstrument liggen.
Het is avond als de studentes aankomen In Dnipro. Wat opvalt is de rust. Ze gaan opzoek naar iets te eten en een toevallige voorbijganger brengt ze naar een supermarkt. Het is daar ontzettend druk. Als de mensen in de supermarkt horen dat zij uit Charkiv zijn gevlucht, krijgen ze eten en geld. Daria is verrast door de plotselinge liefde en medeleven die ze ontvangt van wildvreemde mensen. Ze hebben het zwaar, maar haar landgenoten helpen elkaar. Ze zijn niet alleen.
Vanuit Dnipro reist Daria naar Lviv, en gaat vanuit daar de Oekraïense grens over door de bus te nemen naar Vilnius, Litouwen. Ze verblijft daar twee weken bij een tante en vertrekt dan met de bus richting Amsterdam.
Aangekomen in Nederland wordt ze opgevangen in Amsterdam. Daarna wordt ze overgeplaatst naar een opvangcentrum in Lelystad. In Lelystad is het helaas waardeloos, wat ik me kan voorstellen. Ze zit met 40 mensen in 1 ruimte zonder uitzicht op verbetering. Dit voelt te uitzichtloos en deprimerend. Ze trekt haar stoute schoenen aan, want wat heeft ze te verliezen, en vertrekt. Via een omzwerving krijgt ze een plek toegewezen in Sonnevanck Harderwijk.
Honderden kilometers gereisd. Ver van thuis, haar familie, haar vrienden en haar muziekinstrument. Anderhalf jaar geleden had Daria nooit kunnen bedenken dat ze hier terecht zou komen. Van een talentvolle muziekstudent naar een vluchteling op zoek naar veiligheid.
Ze heeft inmiddels vrienden gevonden in Harderwijk en een leventje om zich heen gebouwd. Maar ze mist haar vrienden die verspreid zitten door heel Europa. Allemaal jongeren die via omzwervingen een veilig heenkomen hebben gezocht. Ze heeft veel contact met haar moeder en oma die proberen te overleven in haar thuisstad Severodonetsk.
Daria denkt veel na over de toekomst, maar helaas kan ze nu niet veel meer dan leven met de dag. Ze zit nu in Harderwijk, maar hopelijk kan ze op een dag teruggaan naar Oekraïne, naar haar thuis, haar familie en vrienden.
Zoals Daria zelf zei: “They can destroy your country, but they can’t erase it from your heart.”
Het verhaal van Daria is een verhaal dat we moeten vertellen. Een verhaal over angst en verdriet maar ook over mensen die samen komen in moeilijke tijden en elkaar helpen. Over Daria die honderden kilometers heeft gereisd door andere landen en steden, en hier in Harderwijk is terechtkomen.
Het verhaal van de Hanze heeft onze stad gemaakt tot wat het nu is. Een stad waar we trots op zijn, waar we elkaar helpen, voor elkaar zorgen en elkaar sterker maken. Wie je ook bent en waar je ook vandaan komt.
Namens Stad als Podium wil ik u bedanken dat u naar de markt bent gekomen om deze bijzondere avond met ons te delen. Als laatste wil ik u uitnodigen om zelf plaats te nemen achter de piano en te zien hoe de klanken van dit instrument ons oude stadhuis doen veranderen.
Lieve mensen van Hanzestad Harderwijk, dank u wel.